Officieel erkend in augustus 1954, bevindt de A.O.C. Margaux zich in de Haut-Médoc, op de linkeroever van de monding van de Gironde, ten noorden van Bordeaux, en strekt zich uit over de dorpen Cantenac, Arsac, Soussans, Labarde en natuurlijk Margaux. Met een oppervlakte van 1490 hectare is het de op één na grootste van deze wijnsubregio, na Saint-Estèphe.
De Bordeaux-wijnclassificatie van 1855 erkent 21 châteaux als grand cru binnen de appellatie Margaux. De rode wijnen van deze denominatie zijn zo verfijnd dat men vaak zegt dat ze de meest vrouwelijke van de Médoc zijn: geurig, parfumachtig, met uitgesproken tonen van zwarte bes en, in het zuidelijke deel, pruim.
Klimaat
Het overheersende klimaat is gematigd. De temperaturen zijn voldoende gematigd en warm om de wijnstokteelt mogelijk te maken, zelfs op de vlakste terreinen. De winters zijn mild en de zomers warm, maar zonder droogte, dankzij de nabijheid van de monding van de Gironda. De neerslag is het hele jaar door gelijkmatig verdeeld, waarbij de herfst het natste seizoen is.
Vloer
De bodem van de A.O.C. Margaux is de fijnste van de Médoc, dankzij het hoge aandeel grind, het hoogste in deze wijnstreek. Het grind zorgt voor een betere drainage en absorbeert warmte.