De St. Laurent-plant heeft een half opgerichte groeiwijze en is middelgroot. De trossen zijn compact en kort en groeien per scheut in een aantal van één tot twee. De bessen zijn ook middelgroot en hebben een kleur die varieert tussen blauw en zwart, hoewel de schil een lichte kleuring heeft. Deze druif heeft een vroege uitloop en een iets latere bloei. Het sap heeft een lage zuurgraad en een lichte zoetheid. De wijnen (rode) gemaakt van deze druif worden gekenmerkt door aroma's van zwarte kersen en wilde bessen.
Zwakheden
Het is zeer resistent tegen filoxera (gallícola) en verdraagt ijzerchlorose behoorlijk goed. Daarentegen is het zeer kwetsbaar voor plasmopara (verantwoordelijk voor meeldauw), botrytis, oidio en de andere soorten filoxera.